U bent nu op de pagina:
» Sionkerk

Home

Aula Begraafplaats
Bethelkerk
De Fontein
Eben Haëzerkerk
Elimkerk
Emmaüskerk
Gr. v. Prinstererlyceum
Grote Kerk -
- hoofdorgel

- koororgel
Heilige Geestkerk
Heilige Lucaskerk
Hersteld Vrije Ger. Gem.
Ichthuskerk
Immanuëlkerk
Kerkcentrum Holy -
- hoofdorgel

- koororgel
Kuiperstraatkerk
Landstraatkerk
Liefde en Vrede
Maranathakerk
Nieuwe Kerk
(Eerste) Oosterkerk
(Nieuwe) Oosterkerk
Pniëlkerk
Rehoboth
Rehobothkerk -
- hoofdorgel

- koororgel
Remonstrantse Kerk -
- hoofdorgel

- kabinetorgel
Sionkerk -
- hoofdorgel

- halorgel
Sint J. de Dooperkerk
Sint Willibrorduskerk
Vredeskerk

Het Oranje-Carillon
Huispijporgels
Vlaardingse organisten

Audio / Video
CD 'Orgels in VLD'
Orgelbouwkundige
Orgelestafette

Contact
Updates
Wie, wat, waar?
Links

                
Het Rütter-orgel in de situatie 1949-1975

Het eerste kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente (in die tijd nog Vrije Gereformeerde Gemeente) werd in gebruik genomen op 23 januari 1881.

Voor een korte beschrijving van de kerkgebouwen: Klik hier

Het eerste orgel (1903-1904)

Het eerste orgel voor deze gemeente werd geplaatst door de heer Breebaart uit Amsterdam en in gebruik genomen op 8 april 1903. Het orgel werd op deze avond bespeeld door de heer A.A.C. van de Berg, muziekonderwijzer in Vlaardingen.

Het Leichel-orgel (1904-1949)

Omdat het eerste orgel te zwak was voor de gemeentezang, werd het in 1904 al vervangen door een ander orgel. Dit instrument werd geplaatst door de Fa. Ehrenfried Leichel & Zn uit Arnhem.

De dispositie van het orgel luidde:

Manuaal

Pedaal

Prestant

8'

Aangehangen

Holpijp

8'

Viola di Gamba

8'

Octaaf

4'

Fluit

4'

Quint 2 2/3'

Tremolo


Het Leichel-orgel in de situatie te Woerden

Omdat het Leichel-orgel te klein was geworden voor de inmiddels nieuw gebouwde (en later al weer uitgebreide) grotere kerk, werd het in 1949 verkocht aan de Gereformeerde Gemeente te Woerden. Het instrument werd overgeplaatst met uitzondering van de Fluit 4 en Quint 2 2/3, deze werden vervangen door een Roerfluit 4 en een Woudfluit 2 voet. In 1954 werden er op een pneumatische lade een Subbas en een Sesquialter toegevoegd. Deze stemmen werden in 1970, bij de overplaatsing naar het nieuwe kerkgebouw door de fa. Fama & Raadgever, weer verwijderd. In 1974 werd het orgel verkocht en door de fa. Hendrikse & Reitsma overgeplaatst naar de Oud Gereformeerde Gemeente te Veenwouden. Daar werd het in 1979 buiten gebruik gesteld en vervangen door een elektronisch orgel achter de bestaande orgelkas. In 1980 werd het orgel aan de heer D.A. Verkerk verkocht. Door hem werd vervolgens de windlade gerestaureerd en uitgebreid met één stem, het klavier werd van nieuw beleg voorzien, de mechaniek werd gereviseerd en de registermechaniek werd geheel vernieuwd. Het geheel werd vervolgens geplaatst in een nieuw door hem gemaakte kas met een nieuw front. (In het front werden gebruikte pijpen van De Koff geplaatst.) Het gerestaureerde en vernieuwde orgel werd vervolgens in 1984 door hem geplaatst in de Christelijke Gereformeerde Kerk te Wildervank. Omstreeks 1990 werd het orgel opnieuw geschilderd en werd de balustrade van de orgelgalerij aangepast. In 2011 is de CGK in Wildervank samengegaan met de GKV in Veendam. De beide samengevoegde gemeenten kochten een ander kerkgebouw in Veendam en verkochten het kerkgebouw en orgel in Wildervank. Het orgel werd verkocht aan Orgelmakerij Steendam te Roodeschool.

              
Het Leichel-orgel in de situatie te Wildervank (Foto's 2007)


Fragment interieur

 

Het Rütter-orgel (1949-1975)

Omdat het Leichel-orgel voor het kerkgebouw in Vlaardingen te klein was geworden, werd er in 1949 gezocht naar een ander orgel. In voornoemd jaar stond er in Ulft een mechanisch orgel te koop, dat in 1858 was gebouwd door Wilhelm Rütter voor de St. Josephkerk in Gouda (De Schuilkerk). Dit kerkgebouw werd in 1902 gesloopt en het orgel werd in 1904 overgeplaatst naar de nieuwe St. Josephkerk in Gouda. In 1924 werd het instrument verkocht aan de St. Antoniusparochie in Ulft en uiteindelijk werd het in 1949 weer verkocht aan de Gereformeerde Gemeente in Vlaardingen. Het instrument werd door orgelmaker Wattel uit Utrecht overgeplaatst. Op 18 november 1949 werd het orgel in gebruik genomen. Op deze avond werd het bespeeld door de adviseur Gijs de Graaf, in die tijd organist van de Grote Kerk te Vlaardingen.


Het Rütter-orgel in de situatie 1858-1902 te Gouda

           
Het Rütter-orgel in de situatie 1949-1975 te Vlaardingen

De dispositie luidde:

Hoofdwerk

 

Onderpositief

Pedaal  (pneumatisch)

Bourdon

16'  disc.

Holpijp

8'

Bourdon

16' 

Prestant

8'

Salicionaal

8'

Subbas

16'

Holpijp

8'

Prestant

4'

Octaafbas

8'

Gamba

8'

Dolce

4'

Koraalbas

4'

Octaaf

4'

Roerfluit

4'

Fagott

16'

Fluit

4'

Nasard

2 2/3'

Quint

2 2/3'

Woudfluit

2'

Koppels en Speelhulpen  

Octaaf

2'

Vox Humana

8'  bas/disc.

Manuaalkoppels bas/discant

Piccolo

2'

Pedaal - Hoofdwerk

Terts

1 3/5'  bas/disc.

Tremulant

Mixtuur

III

Cornet

III  disc.

Trompet

8'

Tot 6 april 1975 heeft het Rütter-orgel in deze kerk gestaan, toen moest het plaats maken voor de nieuw te bouwen Sionkerk met daarin het nieuwe Leeflang-orgel. Het orgel werd door Orgelbouw Leeflang uit Apeldoorn afgebroken, opgeslagen en geheel gerestaureerd. Sinds 1979 staat het opgesteld in de Grote Kerk van Hilversum.

        
Het Rütter-orgel in de huidige situatie te Hilversum

 

Het Leeflang-orgel (1977-heden)

Bij de nieuwbouw van de huidige Sionkerk (1976) werd tevens besloten om ook een nieuw orgel te laten bouwen. De opdracht om dit mechanische orgel te bouwen ging naar Orgelbouw Leeflang te Apeldoorn. Van het orgel zijn onder andere: de beide orgelkassen gemaakt uit massief Zuid-Duits eikenhout en de registerknoppen en bakstukken uit zebranohout. Van de beide klavieren zijn de ondertoetsen belegd met ebbenhout en de boventoetsen met ivoor. De Subbas en het groot octaaf van de Quintadeen (hoofdwerk) zijn gemaakt van fijnjarig eikenhout. Het overige pijpwerk, van de in het totaal 1734 pijpen, zijn gemaakt van orgelmetaal met een gevarieerde tin-/lood-legering. De labia van de frontpijpen en delen van de versiering zijn verguld met bladgoud. De aangebrachte versieringen zijn een ontwerp van kunstenaar Harry Meek en bestaan uit: de Alpha en de Omega, druiventrossen, ranken, bladeren en sterren. Het orgel werd op 2 april 1977 in gebruik genomen door de adviseur Arie J. Keijzer, in die tijd organist van de Grote Kerk te Dordrecht. In 1992 werd door Orgelbouw Leeflang een tremulant toegevoegd op het hoofdwerk. In verband met het beëindigen van het bedrijf van Orgelbouw Leeflang, is het orgel nu in onderhoud bij Orgelmakerij Gebr. Reil uit Heerde.


Het huidige Leeflang-orgel (Foto's 2005)

                  

Dispositie van het Leeflang-orgel:

Hoofdwerk

 

Rugwerk

 

Pedaal

Quintadeen

16'

Holpijp

8'

Subbas

16'

Prestant

8'

Quintadeen

8'

Prestant

8'  tr.

Roerfluit

8'

Prestant

4'

Gedekt

8'

Octaaf

4'

Roerfluit

4'

Octaaf

4'

Ged. Fluit

4'

Quint

2 2/3'

Mixtuur

IV

Nasard

2 2/3'

Octaaf

Bazuin

16'

Gemshoorn

2'

Quint

1 1/3'

Trompet

8'

Terts

1 3/5'

Terts

1 3/5'

 

Mixtuur

IV-V

Scherp

III-IV

Koppels

Trompet

8'

Regaal

16'

Hoofdwerk - Rugwerk

Tremulant

Kromhoorn

 8'

Pedaal - Hoofdwerk

Tremulant

 

Pedaal - Rugwerk

     
Fragment interieur Rugwerk (links) en Pedaal (rechts)

Klik hier om enkele foto's te bekijken van de opbouw van het Leeflang-orgel in 1977

 

Het orgel in de ontmoetingshal

Het orgel in de ontmoetingshal van de Sionkerk werd oorspronkelijk gebouwd door de fa. Dekker uit Goes voor de Gereformeerde Kerk te Ouderkerk aan den IJssel. Het instrument werd gebouwd als een éénklaviers pneumatisch orgel. Het orgel werd op 25 november 1915 in gebruik genomen.


Het Dekker-orgel in de oorspronkelijke situatie van 1915-1955

Volgens gevonden aantekeningen op de windlade was de oorspronkelijke dispositie:

Manuaal

 

Pedaal

Bourdon

16'

Aangehangen

Prestant

8'

Holpijp

8'

Gamba

8'

Violon

8'

Octaaf

4'

Aeoline

4'

Fluit

4'

Cornet III - IV

Bij de watersnoodramp in 1953 werd het orgel beschadigd, waarna het in 1955 door orgelbouwer Slooff te Ouderkerk aan den IJssel, werd vernieuwd en gewijzigd in een electropneumatisch tweeklaviers-orgel. In 1980 werd het instrument verkocht aan de heer Vlot uit Dordrecht, die het na een goed jaar weer verkocht aan de Oud-Gereformeerde Gemeente in Nederland te Dordrecht.

    
Situatie van 1955-1980 (links) en van 1981-1996 (rechts)

Ten slotte werd het orgel in 1996 verkocht aan de Gereformeerde Gemeente in Vlaardingen. De orgelcommissie van deze gemeente heeft het in eigen beheer overgeplaatst naar de ontmoetingshal van de Sionkerk. Bij de overplaatsing werd besloten om een nieuwe orgelkas te vervaardigen naar een ontwerp van Herman den Hollander. Op 13 september 1997 werd het orgel in gebruik genomen met een bespeling door de toenmalige vaste organisten van de Sionkerk: Gerrit Kruidenier, Joop Poot en Jan van Roon.


Het Dekker/Slooff-orgel in de huidige situatie (Foto 2005)

De huidige dispositie:

Manuaal I

 

Manuaal II

 

Pedaal

Prestant

8'

Holpijp

8'

Subbas

16'

Roerfluit

8'

Gamba

8'

Octaaf

4'

Fluit

4'

Koppels en Speelhulpen

Mixtuur

II-III

Nasard

2 2/3'

Manuaal I - Manuaal II

Octaaf

2'

Pedaal - Manuaal I

Pedaal - Manuaal II

Manuaal I - Sub II

Tremulant

Tutti


Klavieren in de situatie te Dordrecht (1981-1996)


Klavieren in de huidige situatie

 

 

Bronnen:
- Boekje: 100 jaar Westnieuwlandkerk (1980)
- Foto linksboven van het Rütter-orgel te Vlaardingen: Historische Vereniging Vlaardingen
- Foto's en informatie van het Leichel-orgel: F. Leichel
- Foto van het Rütter-orgel te Gouda: Utrechts Archief
- Frontfoto van het Rütter-orgel in Hilversum: P. Bron
- Interieurfoto en aanvullende info. van het orgel te Wildervank: J. Veldhuis
- Aanvullende informatie over het Leichel-orgel te Wildervank: D.A. Verkerk
- Foto van het Dekker-orgel in de oorspronkelijke situatie: Catalogus firma Dekker
.