U bent nu op de pagina:
Aula Begraafplaats
Het Oranje-Carillon
Audio / Video
Contact |
Het kerkgebouw van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt), werd in gebruik genomen op donderdag 2 september 1954. Voor een korte beschrijving van het kerkgebouw: klik hier
Het eerste orgel voor deze kerk werd vanaf de nieuwbouw in 1954 geplaatst. Het instrument werd in 1918 gebouwd als eenklaviers pneumatisch orgel door Kerkorgelbouw A. Standaart uit Rotterdam. Het orgel was afkomstig uit de Nederlands Hervormde Kerk te Breskens en stond als gebruikt orgel opgesteld bij Orgelmakerij Gebr. Reil uit Heerde. Het orgel werd verkocht via Orgel- en Pianohandel P. Kleywegt aan de Callenburgstraat in Vlaardingen. Door de aankoop van dit orgel trok de heer Dirk Jansz. Zwart uit Rotterdam zich terug als adviseur: hij was het met de aankoop niet eens en vond het orgel o.a. te klein voor het kerkgebouw en de grootte van de gemeente. De aanschafprijs voor het instrument was 5.600 gulden (inclusief plaatsing door de fa. Reil). Bij de overplaatsing werd het instrument voorzien van een nieuw front. De dispositie luidde:
Het instrument was vervolgens jarenlang in onderhoud bij de fa. Vermeulen uit Rotterdam. Na ruim 20 jaar ging het orgel gebreken vertonen. Uitval van enkele stemmen en steeds grotere gebreken waren de reden dat er in 1975 werd besloten om voorlopig een elektronisch orgel aan te schaffen, met de bedoeling te gaan sparen voor een ander pijporgel.
Eind 1975 werd via Orgel- en Pianohandel G. Hoogendijk & Zn in Vlaardingen, een elektronisch-Johannus KII orgel gekocht voor ca. 18.000 gulden, met een zgn. “Fernwerk” en een nagalmsysteem. Het geheel werd door voornoemde firma geplaatst en een aantal jaren onderhouden. Na wat technische problemen in het begin en het feit dat men te maken had met een verouderd type orgel werd in 1979 door Johannus Orgelbouw te Ede (voor een zeer coulante prijs van ca. 4.000 gulden) een geheel nieuw elektronisch binnenwerk (type Opus 220, incl. nagalmsysteem) met speeltafel geleverd.
Vanwege de verbouwing van o.a. de zalen stonden de plannen voor een nieuw orgel op dat moment even stil. In 1996 werd er een orgelcommissie samengesteld die moest komen tot de aanschaf van een ander orgel. In 1998 stelde de kerkenraad een aantal eisen en een financieel plaatje op waarbinnen een pijporgel kon worden aangeschaft. (Er was o.a. door giften en jaarlijks geld te reserveren een begin gemaakt met een orgelfonds.) Er werd advies ingewonnen bij de Orgelbouw Advies Commissie van de Vereniging van Gereformeerde Kerkorganisten en er werd gezocht naar mogelijkheden om een (gebruikt) orgel aan te schaffen. Nadat er ook geld beschikbaar kwam uit enkele legaten (waar geen bestemming aan gegeven was), besloot de kerkenraad een commissie te benoemen, die binnen de gemeente zou navragen waar men het beste het geld aan kon besteden. Uiteindelijk lag de prioriteit van de gemeente bij het geheel renoveren van de kerkzaal. Wel was er ook de mogelijkheid aanwezig om een nieuw elektronisch orgel aan te
schaffen.
Bron: |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||